Pluktuin
Beestjes in mijn tuin
Beestjes in mijn tuin
Maak kennis met mijn tuindieren
Wildlife in de achtertuin
Benieuwd naar welke dieren er in onze achtertuin wonen?
Je zult verstelt staan hoeveel beestjes hier rondlopen en vliegen. Elke keer als ik een dier vast heb kunnen leggen zal ik het hier posten.
De gewone wegslak, ook wel rode of grote wegslak
De naaktslak (geen huisje) kan bijna 20 centimeter lang worden! Hop, en weg is je appeltje 🙂 Ze hebben verschillende kleuren, van oranje tot knalrood, bruin, groengrijs of zwart. Maar je kunt ze herkennen omdat ze altijd een rode rand rond de voet hebben.
Spin
Geen idee hoe deze soort heet, als je het weet hoor ik het graag!
Bruine kikker
Er wonen verschillende kikkers en padden in mijn tuin. Deze bruine kikker woont bij ‘de steen’ en is net als zijn huisgenoot de pad, zo goed als ‘tam’. We bekijken elkaar met interesse 🙂
Kleine watersalamander
Is het geen snoesje? 😍
Deze kleine watersalamander kan 11 cm lang worden en de mannetjes hebben twee strepen aan de zijkant van hun kop. De mannetjes zijn echt prachtig, net kleine draakjes door hun ‘draken’ kam op de rug en aan de onderkant van hun staart. Het grappige van de salamander is dat hij er telkens anders uitziet terwijl hij groeit. Soms leeft het diertje in het water en in een ander stadium op het land. Ze hebben een witte buik en een oranje streep van kop tot staat. Bij mannetjes is dat in voortplantingsperiode heel fel van kleur.
Zwarte tuinmier
Ik vind mieren wonderbaarlijke diertjes en kan gefascineerd blijven kijken hoe ze een heel nest verhuizen als je per ongeluk hun huis verstoort. Mieren zijn heel nuttige beesten omdat ze eigenlijk alles wat dood is opeten. Aan de andere kant verspreiden ze bladluizen en omdat ze die ‘melken’, doden ze de larven van lieveheersbeestjes. Want lieveheersbeestjes eten de luizen juist op. Lieveheersbeestjes wil je zéker in je tuin.
Elk voorjaar heb ik even een intocht van mieren. Via het keukenraam gaan ze ‘s morgens naar binnen om dan even later vrolijk mijn aanrecht over te marcheren. Inspectie en dan weer terug.
Als ze wegzijn veeg ik het aanrecht goed schoon, zodat hun ‘spoor’ niet meer te vinden is. Ook buiten. Na een paar dagen komen ze niet meer.
Buiten kun je bijvoorbeeld talkpoeder strooien over hun loop-routes, daar houden ze niet van. Als het heeft geregend even opnieuw strooien mochten ze niet weg zijn.
Ook houden ze niet van de geur van koffiedik, peper, nootmuskaat, lavas, bieslook, salie, rozemarijn, majoraan noch basilicum. Goudsbloem, afrikaantjes en lavendel helpen ook.
Alleen de koningin en mannetjes hebben vleugels waarmee ze op ‘bruidsvlucht’ gaan. Heb je wel eens zo’n wolk vliegende mieren gezien? Na het paren in de lucht sterven de mannetjes. De koningin zoekt een nieuwe nestplaats op om een nieuwe kolonie te stichten.
Springspin
Springspinnen vind ik echt fantastische beestjes om naar te kijken. En zij ook naar mij heb ik de indruk. Ik zal het me verbeelden, maar sommige van die springspinnen zijn er al jaren en lijken helemaal te weten wie ik ben en dat ze niets van me hebben te vrezen. We ‘bestuderen’ elkaar 🙂 Hij kijkt in mijn 2 blauwe ogen, ik in zijn 4 zwarte. Springspinnen hebben de beste ogen van alle spinnen en zelfs van alle geleedpotigen. Hun 4 ogen staan heel dicht naast elkaar en de middelste 2 zijn groot. Aan hun pootjes zitten allemaal ‘veertjes’ wat ze een heel vreemd, bijna ‘buitenaards’ uiterlijk geeft.
Een spingspin maakt geen web, maar pompt z’n achterpootjes supersnel op met bloed als hij een prooi ziet. Dan zekert de spin een spindraad vast en valt zo een prooi aan die een stuk verderop zich veilig zit te wanen… Via het draadje kan de spingspin weer terug.
Er zijn héél veel soorten springspinnen, maar deze ‘schorsmarpissa’ kom je in Nederland vaak tegen. Het mannetje wordt 6 tot 8 mm groot, het vrouwtje de 8 tot 13 mm.
Lieveheersbeestje
Lieveheersbeestjes zijn mooi om te zien en ze eten graag de bladluizen in je tuin op. Mieren eten daarom hun larven op, want mieren melken de bladluizen.